Programma 1997
'Romalen - Volk van Europa'

(in de Romi-taal betekent Romalèn 'zigeuners!')

"...
in Auschwitz is de kapo wreed,
brood onvindbaar,
het leven ook,
maar de dood is overal;
in Auschwitz wil de zwarte vogel
mijn hart uitrukken.
..."



PROGRAMMA

1. Tume Roma Jame Roma zigeunerliederen: Trio Baro Drom

2. Zigeunerverhaal suite in drie delen voor gemengd koor
muziek: V. Kostic, tekst: zigeunervolkspoëzie

3. Cygansky Capriccio; instrumentale compositie
Trio Baro Drom + viool

4. Zigeunersuite; suite in drie delen voor mannenkoor en instrumentaal ensemble
muziek: V. Kostic, tekst: zigeunervolkspoëzie

5. Zigeunerliefdesliedjes
Trio Baro Drom

6. Zigeunerliederen bewerkt voor solozang, gemengd koor en instrumentaal ensemble

7. Romancero Gitano; zeven liederen voor gemengd koor en gitaar
muziek: M. Castelnuovo-Tedesco, tekst: F. Garcia Lorca



ROMALÈN, VOLK VAN EUROPA


De Europese Unie heeft 1997 uitgeroepen als 'jaar van bestrijding van het racisme'. Geheel in dit kader past het projekt 'Romalen, volk van Europa', een herdenkingsprogramma met als onderwerp de zigeuners, hun lot in de Tweede Wereldoorlog en hun huidige situatie in Europa. Het 'verhaal' van de zigeuners in Europa en Nederland, maar ook wereldwijd, is een eeuwenlange geschiedenis van uitstoting en vervolging met als dieptepunt de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Bij het herdenken van de verschrikkingen van het nazi-regime is lange tijd weinig of niets over vervolging van zigeuners gezegd. Reden voor het 4 Mei-Projekt om extra aandacht voor deze groep te vragen.

Discriminatie

Een reden te meer is het huidige lot van deze mensen. De maatschappelijke en sociale onzekerheid na de val van het communisme in Oost-Europa heeft de historische discriminatie versterkt. In bijna alle Oosteuropese landen worden de zigeuners op dit moment zeer slecht behandeld en niemand neemt het voor hen op. In West-Europa (en Nederland) is er een opmerkelijk gebrek aan perspectief en is er geen structurele oplossing voor deze groep. Het overheidsbeleid was altijd ambivalent en incidenteel. Zigeuners kunnen model staan voor andere marginale en 'vergeten' groepen (gastarbeiders, woonwagenbewoners en de bevolking van sommige ge‹soleerde buurten). Het zijn groepen die het door hun leefwijze niet voor elkaar krijgen om zich in de samenleving een stevige plaats te verwerven en waarvoor de samenleving dan ook geen oplossing heeft. In de tijd van een verenigd Europa zonder grenzen is er blijkbaar nog steeds geen echte 'plaats' voor een volk dat juist niet van grenzen houdt.

Wie zijn de zigeuners en waar komen zij vandaan?

Als men een volk definieert als een groep mensen met een gemeenschappelijke taal en cultuur en met gemeenschappelijke fysieke kenmerken waardoor dit volk gemakkelijk te onderscheiden is van buurvolken, dan is het lang geleden dat de zigeuners zo'n volk waren. Onder hen hebben zich in de loop der eeuwen opmerkelijke variaties ontwikkeld. Dat geldt ook voor de betekenissen die met de term 'zigeuner' zelf worden verbonden. Zigeuners is de naam (of liever: een van de vele namen) die buitenstaanders aan hen hebben gegeven.

Oorsprong

De oorsprong en de taal van de zigeuners moet gezocht worden in India. Ergens in de 10de eeuw hebben de eerste groepen zigeuners dit land verlaten. In de eeuwen daarop hebben zij zich via het Midden-Oosten en Noord-Afrika over hele Europa (en verder: Amerika en Australië) verspreid. Vanaf de 15de eeuw zijn ze in Europa aanwezig. Het is niet bekend waarom hun diaspora, die soms vergeleken wordt met die van de joden, ooit is begonnen. De geschiedenis kent vele door oorlogen of economische omstandigheden teweeggebrachte volksverhuizingen en migraties. Het opmerkelijke van de zigeuners is dat zij, toen zij hun Indiase omgeving hadden verlaten, een trekkend leven zijn blijven leiden. Zigeuners zijn tot op heden verstoken gebleven van een vaderland (een eigen 'zigeunerland') waar ze hun toevlucht kunnen zoeken.
De zigeunerpopulatie van nu vertoont een veelheid van verschillende etnische en linguïstische elementen. In West-Europa bestaan er andere rondreizende randgroepen die door hun levensstijl veel gelijkenis met zigeuners vertonen, er door beïnvloed zijn, maar ook op diverse punten verschillen vertonen.
Volkstelling

Gezien de omvang van ethnische- en taalvariëteiten binnen de groep en de onmogelijkheid van een duidelijke rassenonderscheid, is het tellen van zigeuners over het geheel genomen een uiterst frustrerende aangelegenheid. Overheden die nationale volkstellingen houden, proberen het vaak niet eens. In de jaren tachtig leverden twee analyses van de totale Europese zigeunerpopulatie per land een schatting op van tussen de 1.988.000 tot 5.621.000 individuen:
1.000.000+ Roemenië
500.000+ Bulgarije, Hongarije
250.000+ GOS (Rusland, Oekraïne enz.), Spanje, Slowakije, Servië-Montenegro
100.000+ Macedonië, Tsjechië, Frankrijk, Griekenland
50.000+Italië, Duitsland, Groot-Brittannië, Albanië
25.000+Polen, Portugal, Bosnië-Herzegovina
10.000+Kroatië, Oostenrijk
1.000+Zweden, Slovenië, Finland, Nederland, België, Zwitserland, Litouwen, Denemarken, Estland, Letland
1.000-Ierland, Cyprus, Noorwegen, Luxemburg.

Nederland:3.500 (de meesten van hen horen bij de Sinti-stam), wonend in wagens en huizen

Sociale organisatie en cultuur

Verondersteld wordt dat de huidige sociale organisatie van de zigeuners terug is te voeren op het Indiaas kastensysteem. De groep onderscheidt zich op basis van geboorte, één beroep, huwelijken voornamelijk binnen de eigen groep en strenge ideologie van reinheid. Daarnaast, vertonen de zigeuners de specifieke kenmerken die men ook bij andere trekkende populaties kan waarnemen. Een belangrijk verschil tussen zigeuners en andere nomaden is dat de zigeuners van plaats tot plaats trekken voor de verkoop van producten en diensten, terwijl het voor de andere nomaden van belang is om op vaste tijden in het jaar te verhuizen ter wille van veeteelt of landbouw. De beroepen die zigeuners uitoefenen zijn direct verbonden met de levenswijze van nomaden. De meest voorkomende beroepen onder de zigeuners zijn: smid, houtbewerker, laarzenmaker, muzikant, instrumentbouwer, berengeleiders, paardenhandelaar, waarzegster.

Muziek

Zigeuners hebben geen gemeenschappelijke muzikale taal, geen manier van musiceren die bij alle groepen identiek is. Wanneer ze speelden om publiek te vermaken - en niet zichzelf - kozen ze muziek die kenmerkend was voor hun omgeving. Ook bespeelden ze instrumenten die typerend waren voor de streek waarin ze op dat moment verbleven. In hun verhalen namen ze vaak motieven over uit de folklore van de verschillende landen waar ze doorheen trokken om daaraan een zigeunertintje te geven. Tijdens de negentiende eeuw bereikten zigeuners echter in drie landen in het bijzonder (Hongarije, Rusland en Spanje) nogal aanzienlijke posities als beroepsmusici, zozeer dat ze bijna deel gingen uitmaken van de nationale identiteit.
Zigeunermuziek of beter gezegd muziek die gespeeld wordt op zigeunerwijze, is muziek met veel ornamenten. "Lange noten worden versierd met omspelingen, de ritmiek wordt tot het onherkenbare veranderd. Fermaten worden ingelast op punten waar men dat nooit zou verwachten. Er wordt quasi-ongedisciplineerd gespeeld: de overgang naar een volgend akkoord wordt 'te laat' ingezet, instrumenten vallen na elkaar in, enz. De muziek boeit door zijn spontaniteit, eenzelfde stuk wordt nooit tweemaal hetzelfde gespeeld."

Zigeuners in Europa

De zigeuners zijn al vanaf 15de eeuw in de verschillende landen van Europa ononderbroken en consequent afgewezen, verdreven, onderdrukt en vervolgd. Talloze wetten werden ingevoerd om deze houding te legaliseren. Vervolgd en veroordeeld werden niet alleen de zigeuners zelf maar ook de niet-zigeuners die met zigeuners omgingen of zich als zigeuners gedroegen. Het dieptepunt van deze treurige geschiedenis zijn de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Naar schatting zijn er een half miljoen zigeuners omgekomen in de vernietigingskampen van nazi-Duitsland (Auschwitz-Birkenau). Een dergelijk georganiseerde volkerenmoord was mede mogelijk omdat zigeuners in veel landen (ook in Nederland) apart geregistreerd stonden. Na de oorlog heeft het zeer lang geduurd voordat het lot van de zigeuners een brede erkenning kreeg. Pas in 1979 werd in Bergen-Belsen voor het eerst een herdenkingsbijeenkomst door en voor de zigeuners georganiseerd.

Reizigers

De Westerse landen hielden zich na de Tweede Wereldoorlog vooral bezig met de vraag hoe men moest reageren op trekkende families. Reizigers werden zonder meer weggestuurd of aangemaand verder te trekken. Of ze werden getolereerd op plaatsen als vuilnisbelten. Van een samenhangend centraal beleid was weinig te bespeuren, afgezien van plaatselijke noodoplossingen.
In Nederland leidde een wet van 1968 tot de concentratie van woonwagenbewoners in regionale kampen, voorzin van speciale scholen en volwassenonderwijs. Aan het eind van de jaren zeventig werd het beleid teruggedraaid, omdat de grote woonwagenkampen steeds minder bleken te voldoen. Het bleek echter bijzonder moeilijk om die grote kampen te vervangen door het nodige aantal kleinere kampen. Ook toen de landelijke overheid plannen maakte om zigeunerkinderen in normale klassen op te nemen, zorgden de reacties van de plaatselijke bevolking vaak voor problemen. Voor een deel omdat het bestaande onderwijsniveau onder woonwagenbewoners laag was, maar ook doordat andere kinderen zich ertegen verzetten, en doordat hun ouders zich wantrouwig opstelden.

Zigeuner sta op!

Vanaf 1977 heeft de Commissie voor de mensenrechten van de Verenigde Naties de aandacht gericht op discriminatie van zigeuners. Ook zigeuners zelf zijn begonnen religieuze, politieke en culturele verbonden en pressiegroepen op te richten, zowel plaatselijk als nationaal. Vanuit Frankrijk ondernamen zigeuners de eerste pogingen om internationaal vooruitgang te boeken. Het Comité‚ International Tsigane organiseerde in 1971 een eerste Romany Wereldcongres in Londen. Afgevaardigden van zo'n veertien landen besloten daar dat voortaan:
- de term Rom zou dienen ter aanduiding van zigeuners, en
- een vlag en een eenvoudige leuze: Opré‚ Roma! (Zigeuner, sta op!).
gevoerd zou worden

Het lot in eigen handen

Is de situatie van zigeuners in het tegenwoordige Europa verbeterd in vergelijking tot het verleden? Zigeuners worden niet meer ter dood veroordeeld wegens hun zigeuner-zijn. Verschillende instanties hebben pogingen ondernomen om zigeuners geaccepteerd te krijgen en om hen te helpen om er 'bij te horen'. Toch zijn ze nog steeds nergens welkom. De vraag is of deze kleine en kwetsbare minderheid enig recht heeft om anders te zijn. Lange tijd hebben zigeuners kunnen overleven door vijanden met sluwheid in plaats van kracht af te weren, door voortdurend in beweging te blijven en moeilijkheden te vermijden. Lange tijd koesterden ze hun autonomie door zich aan te passen bij de heersende culturen, maar tegelijkertijd een sociale afstand te handhaven. In tegenstelling tot vroegere strategieën van niet opvallen en de publiciteit schuwen, proberen sommige zigeuners nu hun eigen weg te zoeken en een stem te verheffen wanneer het gaat om aangelegenheden die hen direct aangaan. Zij willen een verenigd front vormen tegen het vooroordeel dat na vijfhonderd jaar nog nauwelijks verdwenen is.
Hoewel het er niet naar uitziet dat een dergelijke eenstemmigheid gemakkelijk bereikt te verwezenlijken zal zijn, is misschien voor de zigeuners inderdaad de tijd aangebroken dat zij hun lot in eigen handen nemen. Met het programma Romalèn, volk van Europa wil het 4 Mei-Projekt in ieder geval een steentje bijdragen aan hun strijd voor een betere positie in de maatschappij.


PROGRAMMA


Zigeunerliederen van het Trio Baro Drom

De zigeunerliederen zijn afkomstig uit de voormalige Oostbloklanden. Zij illustreren de belangrijke rol die de muziek in het leven van de zigeuners speelt. In deze muziek staat het groepsgevoel centraal en worden de gebeurtenissen uit het dagelijks leven gemeenschappelijk beleefd. De meeste van deze liederen gaan over armoede of weggestuurd worden, liefdesvreugde of liefdesverdriet. De teksten beschrijven ook vaak bepaalde zigeunergebruiken (bijvoorbeeld de gang van zaken rond het huwelijk) en onderstrepen voortdurend de eigen zigeuneridentiteit.
Liederen zingen en verhalen vertellen is in een cultuur zonder schrift dé manier om van generatie op generatie tradities over te dragen. Deze mondelinge overdracht van cultuur heeft bij de zigeuners een innige band met de muziek ontwikkeld en aan hun muziek bijzondere betekenis gegeven. Voor zover de muziek niet voor eigen gebruik is, vormt deze voor veel zigeuners ook een goede broodwinning in de wereld over de 'gadzji', de niet-zigeuners.

De teksten van de liederen laten zich niet goed letterlijk vertalen, vandaar dat hier als voorbeeld de strekking van de teksten van een aantal liederen wordt weergegeven.

Tume Roma, jame Roma
Ik zigeuner, jij zigeuner,
als je een dochter hebt,
zal er iemand op een dag verliefd op haar worden.
In het begin is het nog geheim
maar dan zal ik jou vragen
of ik met haar mag trouwen.
word ik boos en krijgen wij ruzie.
Ik neem haar dan toch mee
en na een paar dagen
zal er een groot bruiloftsfeest zijn.


Tradenis Roma dromenza
Vroeger kwamen in de zomer alle zigeuners bij elkaar
met paarden en wagens in het bos.
Dan was het één familie waar alles werd gedeeld,
in goede en slechte tijden.
Soms was er brood met spek en aardappelen,
soms was er niets, maar wij waren altijd samen rond het vuur.
Je had een oude zigeunervrouw die alles voelde,
die wist van goed en kwaad en zei wat iedereen moest doen
en waarheen de weg ging.
Het leven van vroeger is er niet meer,
het goede oude leven is voorbij.


Dubawe
Een meisje zegt: 'de jongen zingt een lied voor mij'.
In dat lied zegt hij dat hij van haar houdt
en met haar wil trouwen.
Eerst vraagt hij toestemming,
nadat ze alles hebben gedaan
om hun lot gunstig te stemmen.
Ze krijgen toestemming of
ze vluchten samen door het bos,
door de modder, door het water...


Ai kana deuwa
Mijn God, wat moet ik nu doen?
Waar zijn de andere zigeuners?
Ik zoek een meisje voor mijn zoon.
Het is echt een goede jongen, vraag maar na.
Wij zullen een feest houden.
Iedereen is welkom, jong en oud.
Kom gezellig zitten,
eet en drink en geniet van het leven
.

Dré Lostry
Als wij een vuur maken
en je ziet de weerspiegeling van het licht
dan heb je geen zon meer nodig,
want van het vuur krijg je het heel warm.
Wat ik vertel moet je geloven,
want wat ik zeg is net zo waar
als de weerspiegeling van het vuur.


Djelem, djelem
Vogelvrij, vogelblij,
wat is het fijn om zigeuner te zijn.


Dit laatste lied is hier vrij vertaald. Het is wereldwijd bekend bij de zigeuners als hun 'volkslied'. Het lied is in feite een lofzang op het zigeunerleven, op het leven als reiziger.

ZIGEUNERVERHAAL

Suite in drie delen voor gemengd koor, 1964
muziek: V. Kostic, tekst: zigeunervolkspoëzie, vertaald uit de Romi-taal in het Servo-Kroatisch.

De suite is gebaseerd op drie teksten uit de zigeunervolkspoëzie. Het thema van de eerste twee delen is liefdesverlangen, in het derde deel gaat het op een humoristische wijze over een overspelige zigeunerin. De teksten hebben in Zigeunerverhaal een geestige en pikante muzikale vertolking gekregen. De stemgroepen vertegenwoordigen op een bijna natuurlijke manier de personen in een dialoog. Behalve in Joegoslavië, werd deze suite ook in Parijs, Londen en München uitgevoerd. Het stuk werd in 1964 bekroond met de hoogste Joegoslavische prijs voor koormuziek. Het 4 Mei-Projekt verzorgt met deze uitvoering de Nederlandse première van het Zigeunerverhaal.


De zigeuner en de slang.
Groene olm, groene schaduw, groen gras,
een rode slang is in mijn boezem gekropen,
moeder, steek je hand in mijn boezem en
haal die rode slang weg;
nee zoon, ik durf het niet, ga maar naar je vader;
vader, steek je hand in mijn boezem en.
nee zoon, ik durf het niet, ga maar naar je zuster;
zuster, steek je hand in mijn boezem en...;
nee broer, ik durf het niet,
ga maar naar Marica, de prostituee;
Marica, steek je hand in mijn boezem en
haal die rode slang weg;
toen Mara dat hoorde, doorzocht ze haar jurken,
zij vond een zijden doek, zij wikkelde haar hand erin,
haalde de rode slang eruit en gooide die op de grond,
en haalde er ook 50 dukaten uit!


Het meisje en de roos
Een roos groeit onder mijn raam, mijn boezem groeit onder mijn hemd
laat ze groeien, laat ze groeien;
ik ga een roos plukken en in mijn boezem verstoppen,
laat hem zoeken, als hij er gaat zoeken,
zal hij mijn hemd open moeten knopen.


Misefa's smarten
Misefa huilde en klaagde over haar maag.
Zij ging op een groot matras liggen en zei tegen haar man:
'Jasar, breng mij naar de hoofddokter'.
Jasar bestelde wijn en sterke drank en zei:
'Dit is, mijn Misefa, het medicijn voor alle ziektes'.
Misefa ging eindelijk naar de dokter en deze
vond zand in haar maag.
'Jasar, hier is geen hulp voor mij,
ik ga naar een ver kuuroord'.
Zij nam eten en gebak mee;
daar zag ze Asmet en hij vroeg haar:
'zullen wij samen wonen?'
'Het is goed, maar schaam je je niet
voor mijn vijf kinderen?'
Toen Jasar hierover hoorde,
nam hij woedend een jongere vrouw.


CYGANSKY CAPRICCIO

Cygansky Capriccio is een instrumentale compositie die opgebouwd is uit verschillende melodieën in zigeunerstijl. Het accordeon vervult, in afwisseling met de viool, een centrale rol. Opvallend zijn de tempowisselingen, hetgeen hoge eisen stelt aan het samenspel van de muzikanten. Dit samenspel maakt de muziek ook voor de luisteraar spannend en boeiend.

Deze compositie wordt gevolgd door Ballad lui Costea Pacararul, een meditatieve herdersmelodie uit Roemenië; gespeeld op de panfluit. Eveneens voor de panfluit is de andere oude melodie met zijn wiegende begeleiding uit Transsylvanië; Cintec de Leagan.
Tot slot wordt een wervelende dans uit Roemenië; Sirba Munteniasca gespeeld. Deze dans wordt gekenmerkt door een 'doïna'. Hierbij gaat het ritme van de begeleiding steeds door (als een trein), terwijl de solist ondertussen ritmisch geheel vrij in zijn improvisatie erboven zweeft.

ZIGEUNERSUITE

Suite in drie delen voor mannenkoor en instrumentaal ensemble: viool, accordeon, contrabas, trompet, snaartrommel , 1958
muziek: V. Kostic
tekst: zigeunervolkspoëzie, vertaald uit de Romi-taal in het Servo-Kroatisch.

In elk van de drie delen parodieert Kostic de 'zigeunerfolklore', zowel in de tekst als in de licht sardonische toonzetting. Het harmonische idioom is in de grond tonaal met een ruim gebruik van dissonanten.
Deze suite heeft een prijs van de Vereniging van Componisten van Joegoslavië gewonnen en werd uitgevoerd door vele professionele en amateurkoren in Joegoslavië;. Net zoals Zigeunerverhaal wordt deze suite door het 4 Mei-Projekt voor het eerst in Nederland uitgevoerd.

De componist V. Kostic

Vojislav Kostic, geboren in 1931 in Belgrado, begon zijn muzikale loopbaan als fluitist, maar al snel legde hij zich op het conservatorium van Belgrado toe op het componeren. Door de frisse en geestige inventiviteit, gewaagde harmonische uitdrukkingswijze en gevoel voor interessante instrumentale koloriet viel hij al op met zijn eerste werken. Naast een groot aantal werken voor symfonisch orkest en kamerensembles, heeft hij ook een aantal composities voor koor geschreven. In eigen land en daarbuiten geniet hij grote bekendheid als componist van filmmuziek. Meer dan zeventig werken in dit genre staan op zijn naam.

ROMANCERO GITANO

zeven liederen voor gemengd koor en gitaar
muziek: M. Castelnuovo-Tedesco
tekst: F. Garcia Lorca

De zeven gedichten van F. Garcia Lorca die door M. Castelnuovo-Tedesco in 1951 op muziek zijn gezet, maken deel uit de bundel 'Poemas del cante jondo' (1921). Deze gedichten zijn samen met andere gedichten in dezelfde stijl ook wel gepresenteerd onder de naam 'Romancero gitano' (zigeunerliedboek).
Garcia Lorca beschreef de canto jondo als de zang "die de trillers van de vogels benadert, de roep van de haan en de natuurlijke muziek van het bos en de beek". De oorsprong van de canto jondo (de diepe zang) ligt in India, vanwaar deze zeer speciale zangstijl door de zigeuners naar Europa is gebracht. De canto jondo heeft verwantschap met de flamencomuziek.
Elk van de zeven gedichten beschrijft componenten die deel uitmaken van de Zuid-Spaanse cultuur. In Romancero Gitano zijn invloeden uit de Spaanse volksmuziek goed te horen, zoals het ritmegebruik en melodieën.

(1-7 gedichten in Spaans en Ned. vertaling)
De componist M. Castelnuevo-Tedesco

Mario Castelnuovo-Tedesco, geboren in Florence in 1895, was op jonge leeftijd al een veelbelovend musicus. Hij studeerde piano en compositie aan het conservatorium van Florence en gedurende de tijd voor de WO II werkte hij als freelance pianist en -componist in deze stad.
Castelnuovo-Tedesco, die van joodse afkomst was, week in 1939 uit naar de Verenigde Staten, waar hij tot zijn dood in 1968 bleef wonen. Hij was als theorie- en compositiedocent verbonden aan het conservatorium van Los Angeles.
Castelnuovo-Tedesco schreef o.a. liederen, werken voor piano, een gitaar- en pianoconcert, opera's, koor- en orkestwerken en filmmuziek. Veel van zijn werken zijn echter nooit gepubliceerd. In zijn muziek verwerkte hij veel elementen uit Toscaanse en Spaanse volksmuziek.


UITVOERENDEN

Trio Baro Drom
Het trio Baro Drom is in 1995 opgericht rond de Poolse zigeunermuzikant Pawel Jabczinski. Authentieke zigeunermuziek vormt het muzikale uitgangspunt van Baro Drom. In het algemeen is dit een zeer expressieve, meest ritmische muziek, die een breed publiek aanspreekt zonder dat het banaal wordt. 'Baro Drom' is ontleend aan de Zigeunertaal en betekent letterlijk "op weg". Vrij vertaald wordt er echter 'levenspad' mee bedoeld.
Bezetting:
- Pawel Jabczinski; zang/gitaar
- Herman Peenstra; accordeon. Conservatorium opleiding in Leeuwarden; speelde in volksmuziekensembles "Kopacka", "Di Gojim"; behalve in "Baro Drom" speelt momenteel nog in "Rem'oly".
- Carel van Leeuwen; cello/panfluit/viool. Conservatorium opleiding in Groningen; speelde in volksmuziekgroep "Violier" en "Frysk Csardas".

Martin Meijer (gitaar)
Martin Meijer studeerde gitaar aan het Utrechtse Conservatorium bij H. Bredenbeek. Tijdens zijn studie volgde hij meestercursussen bij o.a. D. Russell, P. Paolini en R. Aussel. Hij sloot zijn studie af met de diploma's docerend en uitvoerend musicus alsmede de aantekening kamermuziek. In 1987 behaalde hij de finale in het Concorso di musica da camera te Finale Ligure, Italië. Met H. van Lingen en R. Postema vormt hij een gitaartrio dat zich voornamelijk bezig houdt met twintigste-eeuws repertoire. Ook met fluitiste J. Hoekman legt hij zich met name op het moderne repertoire toe. Martin Meijer is als docent verbonden aan de Zeister Muziekschool.

Instrumentale bezetting
gitaar; Martin Meijer
viool; Marcel Prins
cello/contrabas; Carel van Leeuwen
accordeon; Herman Peenstra
trompet; Marten Miedema
snaartrommel; Alian Bergsma

Het koor van het 4 Mei-Projekt
Dirigent; Kees de Jong

Grafische en theatrale vormgeving
Nieske Riemersma

DATA CONCERTEN


26 april 1997, Winsum, Ons Centrum 20.30 uur
2 mei 1997, Dokkum, Centrum de Fontein 20.00 uur
4 mei 1997, Groningen, De Oosterpoort 21.00 uur
11 mei 1997, Amersfoort, Het Brandpunt 16.00 uur
20 september 1997, Bremen, Schlachthof 16.00 uur


(c) April 1997, 4 mei-Projekt