erkenning Armenië nu 24 april en 4 mei De concerten  vorige pagina

ACHTERGRONDEN BIJ HET PROGRAMMA

In 1992 worden de concerten van hct 4 Mei-Projekt uitgevoerd in het kader van de Nederland-Armenië-manifestatie die van 24 april tot en met 4 mei 1992 wordt georganiseerd door de Stichting Ararat en Paradiso uit Amsterdam en de Vereniging 4 Mei-Projekt uit Groningen.

1915

In 1915 vonden vele honderdduizenden, mogelijk zelfs 1,5 miljoen Armeniërs de dood als gevolg van deportaties en moordpartijen, georganiseerd door de toenmalige Turkse regering.

De Armeniërs woonden reeds voor het begin van de jaartelling in het gebied ten zuid-westen van de Kaukasus en de regio die nu het oosten van Turkije vormt Dit gebied, centraal gelegen tussen Europa en Azië. kende vele aanvallers en veroveraars. Toen het grootste gedeelte van Armenië rond 1500 door de Osmaanse Turken werd veroverd, waren de Armeniërs op veel plaatsen een christelijke minderheid tussen moslims geworden.

In de negentiende eeuw kwamen de Armeniërs onder nieuwe culturele invloeden. Het noordelijke gedeelte van het Armeense gebied werd veroverd door Rusland en kwam binnen de Russische invloedssfeer. In Turkije verkregen West-Europese landen als Engeland en Frankrijk meer en meer invloed en macht; een deel van de Turkse Armeniërs die als christenen makkelijker aansluiting vonden bij westerse invloeden dan moslims, werd tot een culturele en economische voorhoede. Als gevolg daarvan vonden reeds in 1895-1896 omvangrijke pogroms op Armeniërs plaats. De islamitische bevolking meende dat de Armeniërs met behulp van westerse staten er op uit waren een eigen Armeense staat te vestigen.

Een ideaal van een onafhankelijk Armenië werd echter in die jaren door slechts kleine groepen revolutionairen nagestreefd. Turkijes verdediging tegen Europees imperialisme verschoof vanaf het einde van de negentiende eeuw van een vastklampen aan de islam naar actieve propaganda voor Turks nationalisme. Toen in 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak, koos de Turkse regering de kant van Duitsland. Eén van de belangrijkste redenen was de hoop, een vereniging met de Turkse volkeren onder Russisch bestuur tot stand te brengen.

Niet lang na het begin van de oorlog begonnen acties tegen de Armeniërs. Op 24 april 1915 werden in Istanbul 254 Armeense intellectuelen gearresteerd en afgevoerd naar Anatolië. Zij vonden bijna allemaal de dood. In hetzelfde voorjaar werd de order gegeven dat alle Armeniërs gedeporteerd moesten worden, omdat zij zouden samenwerken met de Russische vijand. Mannen werden veelal niet gedeporteerd, maar ter plaatse gevangen genomen en omgebracht. Ouderen, vrouwen en kinderen werden daadwerkelijk verdreven. Te voet op weg gestuurd, zonder voedsel of verzorging, bereikten slechts weinigen het einddoel -concentratiekampen in de Syrische woestijn - waar wederom geen enkele verzorging wachtte en duizenden de hongerdood stierven. Onderweg werden op vele plaatsen massaslachtingen onder de gedeporteerden aangericht; vele deportatieroutes eindigden halverwege in massagraven.

 

Erkenning naar begin

Aan de Turkse verklaring dat de Armeniërs slechts tijdelijk uit de oorlogszone verwijderd werden, werd van het begin af aan weinig geloof gehecht. lmrners, niet alleen de Armeniërs in het frontgebied, maar alle Armeniërs uit Anatolië werden gedeporteerd. De acties waren duidelijk meer gericht op de vernietiging van de Armeniërs, dan op hun veilige voortbestaan. Het lijkt er sterk op dat er in de visie van de toenmalige Turkse regering in het nieuwe Turkije geen plaats was voor Armeniërs.

In 1915 kwam met bruut geweld een einde aan de meer dan twintig eeuwen aanwezigheid van Armeniërs in West-Armenië. Een bloeiende cultuur werd vernietigd; de overlevende Armeniërs raakten verstrooid over de wereld. De Armeniërs eisen zowel van de Verenigde Naties als van Turkije de erkenning dat er in 1915 sprake was van een volkerenmoord. Tot op heden is die erkenning er niet gekomen. De Turkse regering houdt vast aan dezelfde argumenten die in de Eerste Wereldoorlog gebruikt werden.

 

Armenië nu naar begin

Van de in totaal zeven miljoen Armeniërs leeft meer dan de helft verspreid over verschillende delen van de wereld. Zij staan voor de moeilijke opgave hun cultuur te bewaren en levend te houden. De hoop van de Armeniërs is de republiek Armenië. Armenië nu is een landje van 30).000 km2, sinds 1991 onafhankelijk en onderdeel van het GOS. Economisch maakt het bijzonder moeilijke tijden door en het lijdt nog steeds onder de gevolgen van de aardbeving in 1988. Het is echter vooral in het nieuws door de bloedige oorlog met het naburige Azerbeidzjan.

Na de openlijk uitgesproken wens van de Armeniërs in Karabach om zich bij Armenië aan te sluiten, woedt voortdurende strijd met Azerbeidzjan, dat het bestuur niet wil opgeven. Het conflict rond Karabach, dat reeds vele honderden mensen het leven kostte en vele onschuldige burgers confronteerde met geweld en dood, lijkt van verre gezien vooral zinloos. Voor de Armeniërs heeft het echter grote betekenis: Armenië en Karabach zijn de enige overgebleven delen van het oude bewoningsgebied die de Armeniërs nog resten. Een verlies van Karabach zou, in de vrees van de Armeniërs het totaal verdwijnen van Armenië een stuk naderbij brengen.

Het is pijnlijk om te constateren dat het beide landen tot op dit moment niet lukt om het conflict langs een niet-gewelddadige weg op te Iossen. Ook in dit geweld worden mensen om het leven gebracht ómdat ze Azeri zijn of ómdat ze Armeniër zijn.

24 april en 4 mei naar begin

De Armeniërs in Armenië en in de rest van de wereld beschouwen de vierentwintigste april, de dag van de arrestaties in Istanbul, als een dag van herinnering aan de genocide van 1915. Voor Nederlanders is de vierde mei een dag van herinnering aan de slachtoffers van het fascisme.

In een multiculturele samenleving als de Nederlandse leven bevolkingsgroepen met verschillende historische achtergronden. In de geschiedenis van vrijwel iedere bevolkingsgroep waren er perioden waarin grote groepen mensen om het leven kwamen als gevolg van ideologisch bepaald, vaak racistisch, geweld. Die herinnering aan het geweld dat alle inwoners van Nederland in hun geschiedenis aantreffen, zou ons moeten aansporen de handen ineen te slaan en gezamenlijk te streven naar een "dat nooit weer". De herdenking van de vierentwintigste april en de vierde mei in één manifestatie is een uiting van dat streven.

De concerten naar begin

De concerten die door het koor van de Vereniging 4 Mei-Projekt uit Groningen en het Volksmuziekensemble van het Komitas Conservatorium uit Jerevan gezamenlijk worden gegeven, verwijzen op verschillende manieren naar "1915".

In de periode vóór 1915 legde de monnik Soghomon Soghomonian onder zijn priesternaam Komitas de volksliedjes van de Armeniërs vast. Het zijn liederen die een beeld geven van het 'gewone leven': liederen over de oogst, over de liefde en over de natuur. Voor wie bedenkt dat dat gewone leven in 1915 voor een groot deel werd weggevaagd, krijgen deze liederen een bijzondere betekenis.

Het Volksmuziekensemble en het 4 Mei-Projekt brengen acht liederen van Komitas ten gehore. Daarnaast voeren zij het Oratorium ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Armeense genocide uit, dat in 1985 werd gecomponeerd door Khatchatour Avedissian op een tekst van Ludwik Durian. 

 naar begin