Achtergronden bij 'Iemand stelt de vraag'.
Het is dit jaar tien jaar geleden dat het 4 Mei-Projekt werd opgericht. Een dergelijk jubileum is een goede reden om eens terug te kijken naar wat we de afgelopen jaren hebben gerealiseerd en ons te bezinnen op wat er in deze 10 jaar is veranderd. De linkse antwoorden op de problemen die we zien zijn, vergeleken met tien jaar geleden, veel minder vanzelfsprekend geworden. Maar de problemen zijn er nog steeds.
Toen wij ons gingen bezighouden met de invulling van dit jubileumprogramma stuitten we op de volgende vragen: Wat is het perspectief om - als individu, maar ook als culturele vereniging - nog actief bezig te zijn met de problemen die zich op dit moment in onze samenleving voordoen? Welke keuzes kan een individu maken als het gaat om het leveren van een bijdrage aan de strijd voor vrede en sociale rechtvaardigheid? En wat is het maatschappelijk effect van zo'n individuele keuze?
We hebben een programma gemaakt dat deze vragen aan de orde stelt. Daarbij hebben we deels teruggegrepen op stukken uit eerdere programma's. Het zijn geen vragen die nu pas gesteld worden. Altijd hebben mensen keuzes moeten maken. De verschillende stukken in dit programma laten ondermeer zien hoe in andere, meer extreme situaties keuzes zijn gemaakt: in de beide Wereldoorlogen, in de Spaanse Burgeroorlog.
Er zijn drie nieuwe composities gemaakt, op gedichten van Pablo Neruda, Rendra en Remco Campert. Met deze nieuwe stukken willen we benadrukken dat - hoewel de antwoorden niet meer zo voor de hand liggen als toen het 4 Mei-Projekt begon - we ons nog steeds niet neerleggen bij de bestaande situatie, maar vragen willen blijven stellen en keuzes willen blijven maken. In de gesproken tussenteksten stenen we een aantal problemen aan de orde, die nu spelen en nu om een stellingname vragen.
De titel van dit programma is ontleend aan het gedicht 'Iemand stelt de vraag' van Remco Campert, uit de bundel 'Betere tijden' (1970). Het gedicht vormt de rode draad in ons programma. In het eerste deel komt de gelatenheid naar voren van de mensen die zich neerleggen bij de status quo. Maar het confronteert tevens deze gelatenheid met de gevolgen ervan en toont daardoor de noodzaak om keuzes te maken.
Het tweede deel van het gedicht - en van het programma - gaat over het kiezen voor verzet: 'Verzet begint niet met grote woorden/maar met kleine daden' en 'jezelf een vraag stellen/daarmee begint verzet'. Met het derde deel van het gedicht wordt het programma afgeslo ten. In dit gedeelte staan voorbeelden van verzet en wordt beschreven hoe het verzet zich verspreidt.
terug naar vorige pagina